Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De ezelin nu zeide tot Bileam: Ben ik niet uw ezelin, op welke gij gereden hebt van toen af, dat gij [mijn heer] geweest zijt, tot op dezen dag? [28]Ben ik ooit gewend geweest u alzo te doen? Hij dan zeide: Neen! 28. Hebreeuws, heb ik, de wijze hebbende, de wijze gehad?